Stadswapen
- Locatieomschrijving
- Aan de Nudepoort, hoek Walstraat - Nudestraat
- Kunstenaar
- Starrenburgh, Aarnt van
- Beschrijving
- In een herbouwde bakstenen muur van het voormalige bolwerk Nudepoort is een stadswapen aangebracht, formaat plm. 45 x 30 cm (b. x h.). Twee leeuwen flankeren het wagenwiel van Wageningen, afgebeeld met acht spaken. De bovenste spaak heeft door een dwarsbalkje de vorm van een kruis. Boven het wiel bevindt zich een kroontje. Daarboven staat het jaartal 1710. Onderaan dit wapen staat de volgende tekst aangebracht: “Deus est fortitudo spesque nostra”, wat staat voor: "God is onze kracht en hoop". Bij de restauratie van de Nudepoort in 1977 is deze, zeer waarschijnlijk originele, steen ingemetseld op de bij benadering oorspronkelijke plaats. De steen is afkomstig uit de oude Nudepoort. Eind oktober 2013 zijn de stadswapens aan de Nudepoort en Hoogstraat 106 gerestaureerd door firma Amati en Leo Scholten uit Huissen. De basis is zandsteenkleurig, de leeuwen, kroon en teksten zijn in goud, het wagenwiel is zilverwit op een rode achtergrond. Onder kenners is discussie over de vraag of deze steen niet bij de Bergpoort (Hoogstraat 109) hoort en omgekeerd.
Het gemeentewapen van Wageningen is afgeleid van het oude ‘geheimzegel’, dat al in de vijftiende eeuw in gebruik was. Daarin staat hetzelfde rad, maar dan met zes spaken. Enkele bewaarde stadswapens uit 1710 (Nude, Hoogstraat) en een wapen in de hal van het stadhuis hebben acht spaken. Pas vanaf het eind van de achttiende eeuw tekende men twaalf spaken in het wiel.
- Jaartal van plaatsing
- 1710
- Soort kunstwerk
- gevelsteen
- Gebruikte materialen
- Zandsteen
- Bijzonderheden
- Gebonden verbeelding , Wageningse beelden bij hun gebouwen: Comité Open Monumentendag Wageningen, 2010, pag. 48-49, Gast C.D. / Stadswapens
Voorlopige Inventarisatie: Gemeente Wageningen, januari 2008;
De Veluwepost 1 november 2013;
Stad Wageningen 20 november 2013;
Oud -Wageningen jrg. 35 nr. 1, februari 2007, pag. 29-31, Zeven A.C./ Kreeg Wagenvene of Nye Wageningen in 1263 stadsrechten?
- Externe bronnen
-
