WA154 2 Scientia Telluris Tineke Schoenmaker Aanbieding van het zuiltje bij hoofdgebouw Costerweg mei 1998 jpg

‘Scientia Telluris’, ‘Grondsoortenkolom’ | ONZICHTBAAR

Locatieomschrijving
Voorheen Costerweg 50 en arboretum De Dreijen
Kunstenaar
Schoenmaker, Tineke
Over de kunstenaar
Tineke Schoenmaker werd in 1947 in Velsen geboren. Zij volgde de Academie voor Kunst en Industrie in Enschede. Zij woonde en werkte geruime tijd in Almelo en verhuisde later naar Elim, Drenthe. Op veel plaatsen en in diverse openlucht-exposities in binnen- en buitenland maakte zij landschapskunst. Veel van haar werk in de openbare ruimte gaat over de balans tussen mens en natuur. ‘Ik neem de vrijheid om materialen uit de natuur te halen. Geef er een nieuwe, artificiële betekenis aan, waardoor het plotsklaps cultuur wordt. Typerend voor deze werkwijze is dat mijn werk in feite begin noch einde kent: het is uit de natuur weggehaald, maar er ook weer in terecht gekomen, op dezelfde cyclische wijze waaraan alles wat in de natuur bestaat, onderhevig is’, aldus de kunstenares op de site Natuurkunstdrenthe.nl. De grondlagenkolommen ‘Scientia Telluris’ in Wageningen behoren eveneens tot haar tijdelijke, vergankelijke kunstwerken.
Beschrijving
Onzichtbaar: beelden die verdwenen zijn of niet meer te zien zijn in of vanuit de openbare ruimte.

Naar aanleiding van het 80- jarig bestaan van de Landbouwuniversiteit Wageningen als voortzetting van de ‘Rijks Landbouw Hooge school’, heeft Tineke Schoenmaker in 1998 twee aarden zuilen gemaakt die waren opgebouwd uit grondsoorten. De grote zuil mat 230 x 50 x 50 cm., de kleinere was ongeveer 140 cm. hoog. Met haar ‘Scientia Telluris’ ofwel ‘De wetenschap der aarde’ benadrukte zij dat het landbouwonderwijs naar Wageningen kwam dankzij het samenkomen in deze plaats van belangrijke Nederlandse grondsoorten: veen in het Westen, lemig zand in het Oosten, schraal zand in het Noorden en klei in het Zuiden. De zuilen zijn opgebouwd uit plakken klei, zand, landbouwgrond, mest, veen, humus en stro.
Het waren tijdelijke kunstwerken, die onder invloed van de elementen zouden transformeren in nieuwe natuur. ‘De aarde wordt uit de natuurlijke omgeving weggehaald en gebruikt als zelfstandig medium. De kwaliteiten – ontvangend, voedend en schenkend – gaan mee in de vorm. Het is geen dode materie, maar bevat zaden, dierlijk microleven en plantenresten. Na verloop van tijd zullen deze zich een uitweg banen en zichtbaar worden’, aldus de kunstenares. Het grote werk stond in het gazon van arboretum de Dreijen bij de Generaal Foulkesweg, vlakbij het ‘Gebouw met de Klok’ (Plantentaxonomie). Daar is het tweemaal vernield en daarna niet meer opgebouwd. De kleine zuil stond bij een symposium ter gelegenheid van het jubileum en is daarna verplaatst naar een perk bij de entree van het bestuurscentrum van de universiteit aan de Costerweg. Daar is het vergaan. De verdwijning is niet gedocumenteerd. Beide werken zijn aan de Landbouwuniversiteit geschonken door het Bureau Ecologie en Landbouw Wageningen. Bij de zuilen stond een tekstbord: ‘Scientia Telluris’ / (kennis van aarde) / gemaakt door Tineke Schoenmaker / 1998 / aangeboden door Bureau Ecologie en Landbouw Wageningen / Wageningen dankt zijn land- en tuinbouwonderwijs aan het samenkomen / in deze plaats van de belangrijkste Nederlandse grondsoorten.
De Gps-coördinaten verwijzen naar de locatie van de kleine zuil bij het toenmalige bestuurscentrum aan de Costerweg. De situatiefoto toont deze kleine zuil bij de presentatie. De close-up is van de grote zuil in arboretum de Dreijen.
Jaartal van plaatsing
1998
Soort kunstwerk
landschapskunst
Gebruikte materialen
Aarde
Bijzonderheden
Bron:
Rondleidingen Wageningen
Communicatie met Tineke Schoenmaker
Communicatie met het Bureau voor Ecologie en Landbouw Wageningen
Jan Mars: ‘Zuil van grondsoorten symbool voor duurzaamheid’, artikel in een lokale krant, zonder titel, zonder datum (1998)